• Welkom op deze blog!


    Hopelijk vind je hier enige inspiratie.

Recente posts

maandag 3 september 2018

Schrijfinstrument maken

Binnen het thema 'Een briefje voor ... je liefje' kun je verschillende kanten uit. 
Enerzijds kunnen we boodschappen geheim maken of coderen, anderzijds kunnen we ons toespitsen op het schrijfinstrument zelf. Maar wat als je balpen leeg is? Kunnen wij zelf een bruikbare pen maken? 

Benodigdheden
:
  • vulpen
  • pot inkt
  • inktbuisjes
  • balpen
  • veren in verschillende formaten en soorten
  • holle stengels
  • riet
  • fluitkruid
  • stokjes voor de barbecue
  • takken en stokken uit de natuur
  • draden
  • touwen
  • ijzerdraad
  • ijzertang
  • rietjes
  • schaar
  • breekmes
  • snoeischaar
  • boor
  • zaag
  • hamer
  • plakband 
  • papier
  • etc.
Verloop:
  1. Brainstormen en Probleemstelling

    We beginnen eerst met een brainstorm. Heeft er iemand thuis een schrijfinstrument? Hoe komt het dat het kan schrijven? Hoe werkt het? Hoe ziet het eruit? Waarom is het smal/fijn/niet te groot? Zou het (even goed) werken mocht het groter/dikker/langer zijn? Wet wat zou je nog kunnen schrijven? Wat heb je nodig om te kunnen schrijven?

    Hoe kunnen wij nu een persoonlijk schrijfinstrument maken?
    Samen met de kleuters worden de technische criteria vastgelegd.

    - Ons schrijfinstrument mag niet meteen stuk gaan, het moet wel stevig zijn.
    - Hoe lang zou het maximaal mogen zijn? Samen beslissen we hoe groot het maximaal mag zijn.
    - We moeten er enige tijd mee kunnen schrijven zonder voortdurend nieuwe inkt bij te nemen. 
    - Het moet gemakkelijk in de hand liggen



  2. Functioneel waarnemen van het materiaal

    Laat de kinderen beslissen welke materialen ze willen gebruiken voor hun schrijfinstrument en welke nog onvoldoende/niet gekend zijn. Bespreek vervolgens deze materialen.
    De kleuters plannen hier de achtereenvolgende stappen en kunnen dit uitschrijven/-tekenen op papier. Elk kind krijgt een leeg blad en een stift. Vergeet hen zeker geen schort aan te doen, je werkt tenslotte met inkt.

  3. Ontwerpen

    - Welke materialen kunnen we gebruiken?
    - Hoe ziet het schrijfinstrument eruit?
    - Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het schrijfmateriaal enige tijd blijft schrijven?

    We luisteren naar de ideeën van de kinderen: welke materialen er zijn, hoe ze bepaalde materialen aan elkaar kunnen bevestigen, hoe ze ervoor kunnen zorgen dat een schrijfinstrument enige tijd kan blijven schrijven zonder voortdurend inkt bij te moeten nemen, …

  4. Maken en in gebruik nemen 

    De kinderen beginnen a.d.h.v. hun plan met de gekozen materialen een schrijfinstrument te maken.
    Ze kunnen ook nog andere materialen toevoegen of vragen.
    Mogelijke vragen aan de kinderen:
    - Waarom heb je deze materialen gekozen?
    - Heb je alle noodzakelijke elementen om te kunnen schrijven gebruikt?
    - Is het niet te groot?
    - Ligt het gemakkelijk in de hand?
    - Blijft het enige tijd schrijven?

    Wanneer de kinderen klaar zijn met hun ontwerp, kunnen ze hun product uittesten.

    - Heb je dit materiaal al geprobeerd?
    - Hoe zouden we ervoor kunnen zorgen dat ons schrijfinstrument gemakkelijk in de hand ligt?
    - Hoe zouden we ervoor kunnen zorgen dat we enige tijd kunnen schrijven zonder dat we opnieuw inkt moeten nemen?
    - Hoe zou je die takken kleiner kunnen maken als je zegt dat ze te lang zijn, maar je ze niet kunt breken?

  5. Evalueren
    Voldoet het schrijfinstrument aan de vooropgestelde eisen? Voldoet het instrument aan de vooraf vastgestelde grootte? Laat het inkt achter op papier? Ligt het gemakkelijk in de hand? Blijft het enige tijd schrijven?

    Het schrijfinstrument wordt herwerkt als het niet voldoet aan de eisen. Voldoet het wel, dan kunnen we het misschien nog verbeteren? Wie zijn schrijfinstrument kan het langst schrijven zonder dat de inkt op raakt? Hoe heeft die persoon hiervoor gezorgd? 

Slijm maken (bij peuters)

Deelthema
' Ik ben de slak Malimalak'
In de klas hadden we allemaal grote slakkenhuizen, maar die waren leeg... 
Misschien kunnen wij ook een slijmerige slak maken? 


Bij deze activiteit is het belangrijk om eerst zelf op zoek te gaan naar hoe je slijm kan maken. Er zijn verschillende recepten te vinden (zoals in dit filmpje)


Uit eigen ervaring:
Ik probeerde de activiteit zelf eens uit, maar het lukte me niet om slijm te maken. Er werd gebruik gemaakt van verschillende soorten lijmen, scheerschuim, verschillende soorten lenzenvloeistof, ... . Het viel me op dat scheergel beter werkte dan scheerschuim en dat de lijm van HEMA het goed deed in vergelijking met een duurdere hobbylijm.

Voor oudere kleuters zou het interessant zijn dit proces eveneens te doormaken. Zo kunnen zij zelf achterhalen wat werkt en wat niet. 

Voor peuters is het een optie om de materialen te minimaliseren en deze aan te bieden waarvan je weet dat ze werken. Op die manier kunnen ze nog steeds zoeken naar de hoeveelheden en welk effect een bepaald materiaal heeft op het slijm. 

Benodigdheden:
  • mengpotjes
  • lepels en mengstokjes
  • scheergel (goedkoopste)
  • doorzichtige hobbylijm ( uit HEMA werkte het best)
  • lenzenvloeistof (uit action en uit kruidvat werkten goed)
Verloop:
  1. Een aanzet in de kring met de lege slakkenhuisjes: "Er zit geen slakje in."
    Gebruik een aanzet die past bij de de leefwereld van jouw klas. Hoe maak je slijm?
    (Vooraf was er een waarneming van de slak, het slakkenslijm, verschillende soorten slijm, zeep dat op slijm leek,...)

    Je kunt bijvoorbeeld starten met een soort demo. Hierbij doe je alle ingrediënten bij elkaar, roeren, roeren, roeren en dan ...  'plots' is er slijm. De peuters kregen er bij mij geen genoeg van, dus ik probeerde het nog eens. Nu kun je opnieuw je handelingen uitvoeren, maar deze keer met bijvoorbeeld minder lijm, veel lenzenvloeistof, ... "Oei, nu is er geen slijm, hoe kan dat nu?"

    Ook een voorafgaande waarneming van slakken kan een leuke aanzet zijn voor deze activiteit.

  2. Korte waarneming + afspraken De materialen worden waargenomen. Het is hierbij belangrijk dat we afspraken maken. Je mag ruiken aan de producten, maar je mag ze niet proeven (omdat ze gevaarlijk zijn etc.) Ook moet de afspraak gemaakt worden dat wanneer de kinderen klaar zijn, ze hun handen moeten wassen. (de activiteit vindt dus best plaats naast de wasbak)

  3. Onderzoeken
    Elke peuter krijgt een potje en een stokje om te mengen en/of een lepel.
    Hierna krijgt iedereen een beetje scheergel in een potje.
    Herhaal hier zaken uit je waarneming: wat is scheergel, ruik naar ... , ruikt lekker, kleur van de scheergel, ...

    De peuters kunnen onmiddellijk starten met roeren in hun potje. Het scheergel begint te schuimen, het wordt scheerschuim! Laat de peuters genoeg experimenten.

    Daarna wordt de lijm toegevoegd. De lijm zit in handige flesjes waarbij de peuters zelf op de flesjes kunnen duwen en hun eigen hoeveelheid lijm kunnen kiezen. Door te roeren wordt het schuim terug anders. Dit wekt veel verwondering op. Vervolgens komt de lenzenvloeistof aan bod.

    Sommige peuters stoppen met mengen wanneer ze zien dat het slijm vorm begint te krijgen. Ze willen dan onmiddellijk beginnen spelen met hun slijm en slakkenhuisje, en daar verder mee experimenteren. Andere peuters vinden het mengproces boeiender en blijven er scheergel bij doen, lenzenvloeistof of lijm.  Hierdoor merken ze dat het soms geen slijm wordt: het wordt taai, of te nat, of ...

  4. In gebruik nemen.De peuters kunnen eerst individueel met hun eigen gemaakte slijm spelen. Het ene slijm is al wat plakkeriger dan het andere, het ene al wat elastischer, etc.
    Om het slijm niet te laten uitdrogen, zoals vaak het geval is bij speeldeeg, wordt het slijm in een pot bewaard met een deksel.

    Uit de praktijk:
    Na de middagpauze waren alle hopjes slijm samengesmolten tot één grote slijmbol.
    Dit werd aangeboden in een hoekje apart, dicht bij de wasbak, waar ze konden spelen met de slakkenhuisjes en het slijm. Na het spelen met slijm werden de handen gewassen (zelfstandig). Er stond water klaar in een wasbakje en er lag een handdoek bij.

    Een 'slijm slak' die zijn huisje zoekt
  5. Terugblikken met de peuters
    In de kring kan er teruggeblikt worden: 'Hoe hebben we slijm gemaakt? Was al het slijm hetzelfde? Wat lukte goed? Wat minder? ...

Kleuterinitiatief
Na een waarneming in de klas ontdekken de kinderen dat een slak erg slijmerig is, waarvoor dit dient, ... X begint te vertellen over het slijm dat hij gekregen heeft van tante Maria. Hij vindt het erg jammer dat het ondertussen al wat verhard is en vraagt zich af of je slijm kunt maken. 

Ouderparticipatie
Aan de ouders kan er gevraagd worden of zij samen met hun spruit op zoek willen gaan naar slakjes, zodat we deze kunnen bespreken en bekijken in de klas.
Indien kinderen slijm hebben thuis, kan de leerkracht aan de ouders vragen of ze dit kunnen meegeven aan hun kind zodat we dit eens kunnen bekijken in functie van ons onderzoek.

Taalontwikkeling
Bij deze activiteit heeft ook taal een vast plekje: de slak en de functie van het slijm worden besproken, handelingen worden besproken, materialen, ... Hierdoor wordt de woordenschat van kinderen uitgebreid.

woensdag 20 juni 2018

STEM en ouderparticipatie

Waarom ouderparticipatie en STEM combineren?
Bij STEM zijn er enkele 'sleutels' die focussen op STEM toegankelijk maken voor alle kinderen en hen ondersteunen bij hun totale ontwikkeling. (STEM voor de basis, 2016) De sleutels zijn: eigenwaarde, eigenheid, eigenaarschap, integratie, assessment en samenwerking. Door ouders er bij te betrekken, kan of wordt er gewerkt aan de sleutels:

  • Eigenheid: benutten van de unieke leeromgeving
    STEM kan de kleuters pas bereiken als er wordt ingespeeld op de noden, interesses en sterktes van de kinderen, rekening houdend met hun socio-culturele achtergrond. Probeer vanuit hun interesses, passies, … vorm te geven aan STEM-onderwijs. Hierbij kunnen ouders helpen. Zij kennen hun kinderen: wat leeft er thuis? Dit kan misschien een uitgangspunt worden voor een STEM-activiteit.
  • Eigenaarschap: het gevoel hebben dat je actief betrokken bent
    Door ouders te betrekken bij het klasgebeuren en de activiteiten, zorg je er voor dat het kind zelf ook betrokken zal zijn. Zijn mama of papa doet mee in de klas!
  • Integratie: STEM is geen eiland
    "Indien we STEM-onderwijs willen voor alle kinderen, dan mogen we STEM niet beschouwen als een eiland of een losstaand vakgebied. STEM-onderwijs gaat immers hand in hand met diverse leergebieden, zoals beweging, taal, beeld, … Oog hebben voor deze relatie helpt kinderen enerzijds om deel te nemen aan STEM-onderwijs en anderzijds kan STEM-onderwijs ook optreden als hefboom voor andere leergebieden, zeker omwille van de concreet-aanschouwelijke aanpak die centraal staat."
  • Assessment: evalueren om het leerproces te ondersteunen
    Bv. een oudercontact waar het leerproces word besproken met de ouders en hoe er verder aan de slag kan worden gegaan.
  • Samenwerking: leeromgeving vormgeven in verbondenheid (STEM voor de basis, 2016)

Hoe kan je ouders betrekken en laten participeren bij STEM-onderwijs

Leer de ouders van de kinderen kennen. Dit kan op verschillende manieren: een kennismakingsgesprek, een brief, mail, informele gespreksmomenten,....
In klasse vonden we 'Helpende handen op school'. Het gaat om een formulier die je kunt meegeven aan de ouders. Zij kunnen zelf aanduiden wat ze goed kunnen of graag doen zoals 'koken, meegaan op uitstappen, voorlezen, herstellingen,...' . Hier vind je het formulier
Dit kan helpen om ouders nadien aan te spreken rond bepaalde activiteiten. Natuurlijk is het niet de bedoeling de andere ouders buiten te sluiten als zij het niet aangeduid hadden op het formulier.
TIP: Het is interessant om een eigen versie te maken die aansluit bij jouw klas/ school.

Ouders betrekken en laten participeren in STEM-onderwijs moet niet per se op school of in de klas gebeuren. Ouders kunnen dit ook perfect thuis doen als ze dit willen en als de mogelijkheden er zijn. Activiteiten die in de klas gebeuren kunnen dan ook doorgetrokken worden naar thuis.


Voorbeeld uit kinderlabo
Katja en Inge vonden het super leuk om brandstof te maken voor hun raket. Toen mama kwam, vertelde ze wat ze gedaan hadden en hoe ze te werk waren gegaan. "Met azijn mama! we hebben dat ook thuis, wist je dat dat ...". Hierna vroegen de meisjes of ze thuis niet verder mochten doen. Ze kregen hun notities en enkele materialen mee naar huis om hier verder aan te werken. De volgende dag kwamen de meisjes heel enthousiast terug.
"We hebben een betere versie gemaakt!"

Je kan ouders een pakketje meegeven met materiaal of een zelfgemaakt boekje met uitleg over activiteiten. Dit kan je delen op de klasblog, een klaskrant, mondeling, ...


Toch is het leuk als ook de ouders naar de school en in de klas willen komen. Als ouders dit niet gewoon zijn en er niet voor staan te springen, kan je dit best in kleine stapjes doen. Laat ze niet meteen zelf een activiteit geven.

Nodig ze uit als gast om eens te kijken naar de werking, naar een toonmoment. Proef samen eens van de soep die in de klas gemaakt werd. Deze momenten zijn ook mooi om je STEM-werking/ onderzoekende houding te tonen en eventueel uit te leggen.

Voorbeeld uit stage Op het einde van de week mochten de ouders langskomen om de creaties van hun kinderen te bewonderen. Elke kleuter mocht vertellen hoe ze aan de slag zijn gegaan.  "We vroegen ons af of... Daarom hebben we eerst dit geprobeerd, maar we merkten dat."
Ouders en grootouders waren verrast door heel het proces dat erachter zat. De meeste kleuters straalden en waren trots op hun eigen onderzoek.


Ouders en grootouders kan je ook uitnodigen om mee een activiteit te geven (bv. een kookactiviteit, iets komen helpen herstellen of bouwen, vertellen over een hobby of beroep). Steun de ouders hierbij. Een onderzoekende houding aannemen en overdragen naar kinderen, is niet altijd evident. Zo is het gemakkelijk, en gevaarlijk, om het antwoord al te geven voordat de kleuters de kans kregen het zelf te zoeken.

Overleg op voorhand al een beetje hoe de activiteit kan verlopen, leg uit dat je de onderzoekende houding wilt stimuleren bij de kleuters en hoe dit kan gebeuren (niet zelf het antwoord geven, niet steeds alles voordoen, of uit handen nemen van de kleuters, open vragen stellen, ...).














donderdag 24 mei 2018

Cadeautje voor moederdag: zeepjes

Het was bijna Moederdag. De kleuters (derde kleuterklas) mochten kiezen wat ze wouden maken voor hun mama. Enkele kleuters wouden  een zeepje maken voor hun mama...

Benodigdheden:
  • zeepvlokken
  • ziplockzakjes
  • potjes
  • roerstokjes 
  • lepels
  • zeepkleurstof 
  • zeepgeurstof
  • verschillende soorten vloeibare zeep ( shampoo, douchegel, handzeep, verschillende merken)
  • eventueel vormpjes voor de zeepjes
Verloop:
  1. Brainstormen en Probleemstelling
    "Maar hoe maak je zo een zeepje?"

    Ook hier stelden we enkele eisen op:

    - je moet je handen er mee kunnen wassen en schone handen als resultaat hebben
    - het moet een leuk kleurtje hebben
    - het moet een leuk geurtje hebben
    - we moeten minstens één zeepje hebben dat we kunnen testen, de anderen zijn voor mama.

    We probeerden wel te brainstormen over manieren om tot zeep te komen, maar we kwamen al snel vast te zitten. We besloten daarom om dit op te zoeken op het internet.
    We vonden wel een stappenplan, maar dit was een beetje vaag...
    Er stonden namelijk geen hoeveelheden of tijden bij geschreven.
    Dit vonden de kleuters geen probleem, want we konden op die manier zelf zoeken naar de beste manier (en zijn hoeveelheden) om zeepjes te maken.

  2. Functioneel waarnemen van het materiaal

    We hadden een werktafel waarop de kommen en de vormpjes voor onze zeepjes lagen, en een materiaaltafel. Eerst overlopen we wat er allemaal staat. Er wordt uitleg gegeven waar nodig, soms door de andere kleuters.
    Er stond een 'Minion' zeep tussen de verschillende soorten zepen.
    De kleuters waren er van overtuigd dat de 'Minion' zeep de beste zou zijn.


    Ook stond de laptop open met de verschillende soorten stappenplannen die we gevonden hadden.

  3. Onderzoeken en ontwerpen

    In de filmpjes en stappenplannen deden ze de zeepvlokken in kleine zakjes dus dit deden we ook. Omdat de zakjes niet bleven staan, vroeg ik aan de kinderen hoe we ervoor kunnen zorgen dat ze wel blijven staan. De kindjes raadden aan om de zakjes in kleine potjes te zetten.

    Hier begonnen de kleuters met hun onderzoek:

    - hoeveel zeepvlokken
    - welke vloeibare zeep
    - de hoeveelheden
    - ...

    Als ze tevreden waren over hun zeepmengsel, vormden ze het in zeepjes.
    Dit deden ze door zelf te kneden, of het in een silicone vormpje te doen.

    Nu moest het een tijd lang drogen...  Hoelang wisten we niet, dit moesten we blijven checken.

  4. Evalueren en in gebruik nemen

    Bij sommige kleuters waren hun zeepjes droog na 2 dagen, bij anderen niet. Sommige zeepjes brokkelden meteen af, anderen niet.

    "Maar mijn handen zijn wel schoon juf".

    Sommige kleuters gingen terug aan de slag om hun zeepje te verbeteren. Hier kwamen we ook tot de conclusie dat we onze recepten beter hadden op geschreven, zo konden we nu weten wat werkte en wat niet...

Toen de zeepjes allemaal klaar waren, hadden ze het idee om zelf doosjes te maken voor de zeepjes zodat ze makkelijk mee konden naar huis, niet kapot konden gaan en zodat mama het nog niet kan zien...
En zo gingen we naar de volgende activiteit
'Zeepdoosjes ontwerpen'


Kleuterinitiatief
Hier konden de kleuters zelf kiezen wat ze wouden maken voor hun mama. Ze kregen bedenktijd tot na de speeltijd. Er kwamen veel leuke ideeën:
"Koekjes, kettingen, een poster/tekening, een mok, zeepjes, handtas, sleutelhangers".
De kleuters waren heel betrokken, want het was hun activiteit. Er waren klassikale brainstormen en in kleine groep ( alle kleuters die vb zeepjes wouden maken) konden de kleuters aan de slag gaan.

Ook werd er nagedacht over de planning: Wanneer maken we wat? Koekjes moeten als laatste want anders zijn ze misschien niet meer lekker tegen Moederdag, zeepjes maken leek veel werk dus dat deden we als eerste, een tekening maken en kettingen deden sommige kleuters zelfstandig,...

Zorgen voor structuur en overzicht was belangrijk. Er waren duidelijke afspraken, planningen, materiaal tafels, ... nodig.

Diversiteit
A. wou Afghaanse koekjes maken voor haar mama, want dat waren mama's favorieten. We vroegen het recept, jammer genoeg kon de mama niet langskomen in die periode. Toch hebben we heerlijke koekjes gemaakt.

Ouderparticipatie
We wouden het zoveel mogelijk geheim houden voor de mama's natuurlijk, maar toch probeerden we een ouder in te schakelen voor het maken van Afghaanse koekjes. Jammer genoeg kon A's mama niet. De mama was hier wel enthousiast over en gelukkig kregen we het recept. Ook kregen we enkele tips mee om ze zo goed mogelijk te doen slagen.

We vroegen ook de hulp van ouders bij het verzamelen van materiaal en bij het begeleiden van een groepje kinderen. Zo kregen we materiaal om te knutselen (zoals resten van zeep), en kwam er een oma in de klas om samen te naaien met kleuters die een handtas wouden maken voor hun mama.


Bronnen: 
http://juf-tatiana.blogspot.com/2010/08/zeepjes-maken.html
http://huisjetuintjedingetje.blogspot.com/2011/12/zeep-maken-met-kinderen.html
https://www.knutselidee.nl/nieuws/zeepmaken50.htm

woensdag 23 mei 2018

Video STEM Education: Developing 21st century problem solvers



Rob Stephenson legt zijn visie en zijn aanpak over STEM onderwijs uit, en de uitdagingen die er zijn in zijn klas (5de en 6de leerjaar). Hij won reeds verschillende prijzen i.v.m. STEM.

Hij vertelt waarom een STEM aanpak belangrijk is, en waarom deze deel zou moeten uitmaken van de opvoeding van een kind. Verder geeft hij ook nog praktische tips over hoe je als volwassene de natuurlijke exploratiedrang van kinderen kunt beschermen en hen verder kunt helpen in het ontwikkelen.


Materialen: het moet niet duur zijn (video)


Een tijdje geleden hadden we het met een juf over STEM in de kleuterklas.
Dit vond ze zelf heel interessant, maar ook wel erg duur.  

Hieronder vind je een screenshot van 'STEM' aanbod terug.
Baert catalogus http://www.baert.com/catalogus?HrNr=26&SrNr=0
Als we op Pinterest zoeken naar 'STEM materialen' komen we vooral uit op volgende zaken :  

Het ziet er allemaal heel leuk uit, maar is dit allemaal nodig om aan STEM te werken?
Kan het niet wat goedkoper? En simpeler?



Misschien kan deze video je inspireren. In deze video gaat het over STEAM. Hier werkt men aan STEM gecombineerd met beeldend werken (Art). Erg leuk voor in de kleuterklas!

In de video toont ze de volgende materialen:
  • houten blokjes
  • platte houten lollystokjes
  • wasknijpers 
  • kleine opbergdoosjes om te vullen, legen, stapelen,...
  • cadeau doosjes: je kan er mee bouwen, combineren met andere materialen, juiste deksel zoeken
  • haarpapilloten
  • stokjes 
  • plastieken vorken 
  • chenille
  • velcro 
  • speeldeeg
Op het einde krijg je kort te zien wat een kleuter er mee kan doen.

Hiermee willen we aantonen dat je niet veel nodig hebt om aan STEM te werken.
Je hebt nog ontelbaar veel andere materialen waarmee je aan de slag kunt gaan!

Heb jij leuke ervaringen die je wilt delen met ons? Laat het dan zeker achter in een reactie.
 

STEM in de bouwhoek (video)


STEM kan je gemakkelijk integreren in de bouwhoek en dit doen de meeste leerkrachten ook al.
In de bouwhoek kan je verschillende materialen aanbieden: dit kunnen blokken zijn, maar ook heel wat kosteloos materiaal kan hier goed dienst doen.

Als het nodig is kan je kleuters een extra uitdaging geven, door ze bepaalde eisen te geven:
"Maak een huisje voor onze muis, waar de kat niet in kan, waar de muis droog zit en ..."

In deze video geven ze enkele ideeën





Hoe krijg je een appel uit de boom? (video)





Hier zien we maar een kort deeltje van een leeruitstap.
De klas komt bij een appelboom. Er hangen appels in de boom, maar hoe krijg je die appels nu uit de boom?

Het filmpje begint met het voorstel van een meisje om aan de stam te schudden. Tevergeefs. De juf had hierop kunnen inspelen door te zeggen "Met de handen schudden lukt precies niet zo goed, kan je nog op een andere manier schudden?”. Hiermee zet ze de kinderen terug aan om verder te denken.

Op 0:30 hoor je een kind 'Springen' voorstellen. Hier gaat de Juf op in: "Aah misschien als we allemaal springen dat de grond zo hard beweegt, spring maar eens" Hier heeft de andere juf aan dat het niet lukt, de kleuters reageren hier op dat ze te klein zijn...

Limonade maken (video)

Hier hebben we een leuke activiteit gevonden: "Limonade maken"

In het filmpje horen we dat de juf veel vragen stelt aan de kleuters, wat de kleuters uitdaagt om verder na te denken. Let wel op met ja/neen vragen, hier hoor je de de kleuters ook gewoon "ja" of "neen" op antwoorden en daar stopt het.
"Is het spuitwater?" "Ja"

Wat zijn dan wel goede vragen?

  • Waarom ben jij aan het roeren?
  • Wat was jij aan het doen?
  • Waarom is het spuitwater/waarom niet?
  • Waarom moet het zo?
  • Weet je nog andere manieren om het te doen lukken?
  • ...
Wat is goed bij deze activiteit?

  • De juf stelt open vragen aan de kinderen
  • Ze laat de kinderen spuitwater proeven om aan te tonen dat er bubbeltjes in zitten
  • Ze laat de kinderen uittesten en proberen
  • ...

Ook horen we dat er minstens één ouder betrokken is bij deze activiteit. deze ouder heeft 'iets mee gebracht om spuitwater te maken'.

Bij het deel 'Het echte werk' is het leuk om te zien dat de juf de kleuters laat proberen. Op die manier stimuleert ze de kleuters opnieuw om verder te denken, een andere handeling uit te proberen. Hoe zou zoiets werken? De kleuters gaan in interactie met elkaar, werken samen, kijken hoe iets werkt en nemen over van elkaar.

Wanneer ze zien dat er sap vrij komt wanneer je hard duwt op de appelsien, gaan ze dit ook proberen en proberen ze het steeds te verbeteren.


Je kan vertrekken vanuit verschillende situaties.
  • een verhaaltje
  • limonade maken voor een feestje
  • de limonade is op
  • het is zo warm, ik wil limonade
  • ...

Antislip schoenen voor Sinterklaas

Na het vertellen van een verhaal over Sinterklaas, zit Jacob (5) met een grote zorg: "Sinterklaas is al zo oud en hij gaat nog steeds het dak op. Straks glijdt hij uit en valt hij van het dak. Het regent en vriest de laatste dagen veel....". Meteen kwam het idee om speciale schoenen te maken voor Sinterklaas, zodat hij niet meer kan uitglijden op de gladde daken.

Benodigdheden:
  • oude schoenen
  • antislip kousen
  • schuurpapier 
  • antislip mat
  • duimspijkers 
  • verschillende soorten touw
  • verschillende soorten lijm (lijmstift, vloeibaar, lijmpistool, seconden lijm,...)
  • ijzerdraad
  • tang
  • scharen 
  • parels 
  • verschillende soorten zuignappen 
  • plastiek zak
  • anti-regencoatingspray
  • .....
Verloop:
  1. Brainstormen met de kinderen
    Hoe kunnen we we sinterklaas helpen?
    "Een speciale wandelstok? Zorgen dat er matrassen op de grond liggen, we kunnen de matjes gebruiken bij meester David. We kunnen schoenen maken, zoals mijn antislib kousen!"... .

    Hierna werd er beslist wat we allemaal gingen proberen, en wie wat gaat doen, dit konden we "opschrijven" op het grote bord. Op de kalenders aanduiden aanduiden wanneer wat zou gebeuren, met de symbolen / namen van de kinderen er bij.

    In dit bericht gaat het over anti-slib schoenen maken, met deze activiteit had ik toevallig al ervaring, waardoor ik sneller aan materialen kon komen.

  2. Probleemstelling:

    Maar hoe maak je nu zo speciale schoenen? We stelden enkele eisen op.

    - Het moet antislip zijn
    - Sint zijn voet moet er gemakkelijk in kunnen, het moet passen
    - Sint moet er gemakkelijk mee kunnen stappen
    - Het moet tegen de regen, hagel of sneeuw kunnen

    Hierna brainstormden we over de mogelijke materialen. Sommigen vertelden dat ze thuis pantoffels of kousen hadden waarmee ze niet meer konden glijden, antislip kousen. Ook kunnen we oude schoenen gebruiken als basis. Ik stelde een briefje op voor de ouders met de vraag om dit aan hun kind mee te geven.

    Verder keken we wat er nog gebruikt kon worden uit de klas.
    tip: soms is het interessant om wat materiaal opzij te houden en deze pas later tijdens de activiteit toe te voegen.
  3. Ontwerpen en maken

    We deden eerst een korte waarneming van al het materiaal dat we verzameld hadden. Hierna gingen we aan de slag. De kleuters mochten kiezen of ze zelf een schoen wouden maken of wouden starten met een oude schoen.

    Tip:
    Je kan de kinderen op een blad papier laten tekenen hoe hun schoen eruit zal zien en welke materialen ze zullen gebruiken (3de kleuterklas). Zo denken ze op voorhand na en kunnen ze nadien hun ontwerp aanpassen indien nodig.

    Hierna begonnen ze met hun ontwerp.

    Als begeleider kan je vragen stellen: Wat doe je nu? Waarom doe je dat? Waarom denk je dat dit zou werken? Voldoet het aan de eisen? Hoe zou je ervoor kunnen zorgen dat eis 3 ook aan de orde komt binnen jouw ontwerp? Hoe kun je ervoor zorgen dat je schoen tegen de regen kan?
  4. In gebruik nemen en evaluerenI

    Wie klaar was, kon zijn schoenen eens uitproberen. Buiten lag er een stuk schuin, dat was het dak. Ook hadden kleuters een plantenspuit met wat water, dat was de regen. Niet iedereen had meteen een succeservaring. Sommigen stelden vast dat ze vast zaten door de zuignappen, anderen zagen dat hun schoenen niet waterdicht waren.
    Het is belangrijk dat de kleuters niet ontmoedigd geraken als het niet meteen lukt. Het is juist super dat ze zo kritisch zijn voor hun product: andere manieren zoeken, niet opgeven, ... Dit mag zeker ook eens in de kijker gezet worden!

"It's not that I'm so smart, it's just that I stay with problems longer."
Albert Einstein 


Toen de schoenen klaar waren maakten we een schoendoos voor onze speciale schoenen (ook een hele klus) en kwamen ze op de venster bank met een brief voor Piet met de uitleg  hoe we te werk zijn gegaan. Sinterklaas mocht vervolgens zelf kiezen welke schoenen hij wou.
De volgende dag waren al onze schoenen weg, 
Sinterklaas vond het een super cadeau en wou ze allemaal eens uitproberen.


Kleuterinitiatief
De periode van Sinterklaas is voor de meeste kinderen een leuke en heel spannende periode. Dit kan ook veel vragen uitlokken bij kleuters. Hoe kan Sinterklaas binnen komen zonder sleutel? Hoe kunnen de Sint en zijn pieten op de daken lopen zonder uit te glijden? Hoe krijgen ze alle pakjes veilig hier? Ze krijgen veel ideeën. Het is dan ook zeer leuk dat je hier op in kan spelen.

Ouderparticipatie
Laat de ouders weten waarrond je werkt in de klas en wat er leeft bij hun kinderen. Bij deze activiteit kregen we veel leuke reacties van de ouders: de volgende dag hadden we oude schoenen van de ene ouder, van een andere ouder hadden we anti-regencoatingspray meegekregen, kinderen hadden hun antislip kousen mee als inspiratie, iemand anders had een antislip mat mee die we mochten gebruiken,....
De ouders mochten op het einde van de dag de schoenen ook eens bewonderen terwijl de kinderen trots vertelden hoe ze aan de slag zijn gegaan.

Tijdens een vakantiekamp ging het ook eens over schoenen, hier hadden we een papa die schoenmaker was. Hij was zo vriendelijk om langs te komen en mee te doen met de activiteit, zelf had hij professionele materialen mee die de kinderen toen konden gebruiken. Doordat het zijn vakgebied was, wou de vader graag komen, het was gekend terrein voor hem zei hij.

Taalontwikkeling
Door vragen te stellen, te herhalen en te benoemen, werk je aan de taalontwikkeling van je kinderen. De kleuters kregen de kans om hun eigen ontwerpen op te schrijven/tekenen.
Achteraf werd er nog eens opgeschreven hoe we te werk zijn gegaan en wat de bedoeling was.
Dit konden we dan aan Sint en Piet meegeven.



De beste afdrukken maken

De kleuters van de derde kleuterklas mogen in de zandbak afdrukken maken met schoenen. Onmiddellijk kwam er reactie dat je niet alle afdrukken even goed kon zien. Lia vroeg me dan ook hoe dat kwam. Ik liet haar zelf de schoenzolen vergelijken en haar tot een besluit komen. Vervolgens vroeg ze: "Juf, kan je overal afdrukken nemen?" Ik besloot om hier op in te gaan, en ging diezelfde dag nog om verschillende materialen en bodemsoorten. 

Deze activiteit kan perfect buiten gegeven worden.

Benodigdheden:

  • zand in verschillende soorten: fijn zand, grof zand, rivierzand, speelzand
  • speeldeeg 
  • plasticine
  • kiezels en stenen
  • aarde 
  • gras (buiten)
  • sneeuw (buiten)
  • gieter
  • spuiten 
  • plantenspuiten
  • water
  • vloeistoffen
  • schoenen
  • eigen lichaamsdelen
  • zandvormen
  • koekjesvormen
  • dozen
  • takken
  • buizen
  • kaarsen
  • lepels
  • plastic lepels
  • ...
Verloop:

  1. Aanzet voor deze activiteit

    In dit geval zorgde ik voor een aanzet rond Sint en Piet:
    We willen eens weten of Piet wel degelijk bij ons naar binnen komt.
    Kunnen wij zijn voetafdrukken niet nemen? Op welke manier zou het ons het best lukken

  2. Brainstormen met de kinderen:

    - Hoe kunnen we afdrukken maken?
    - Met welke materialen?
    - In welk materiaal? (Probeer nog niet het woord 'Bodemsoort' te gebruiken, zodat kinderen ruim denken)

    De kinderen kunnen zelf hun ideeën noteren op een groot blad

  3. Functioneel waarnemen van het materiaal

    De kinderen zitten op de grond met het materiaal. De juf laat de kinderen benoemen wat ze allemaal zien. De kinderen kunnen deze materialen eens kort waarnemen.
    Welke materialen kennen ze al en welke niet?
    Er wordt uitleg gegeven waar nodig. Enkel de materialen die niet gekend zijn, worden verder verklaard.

  4. Nadenken over het onderzoek + Probleemstelling

    We gaan samen nadenken over hoe we het best afdrukken kunnen maken in bodemsoorten en met wat we die afdrukken allemaal kunnen maken. Ik laat de kinderen eerst aan het woord en luister naar hun ideeën. Dit werd ook in de brainstorm reeds besproken. We halen er de brainstorm bij en denken hier nog eens dieper over na. Misschien komen er nog nieuwe ideeën bij na het zien van het materiaal.

    - Hoe kunnen we afdrukken maken?
    - In wat kun je afdrukken maken?
    - Hoe maak je de beste afdrukken?
    - Hoe weten we wat we al gebruikt/ getest hebben?

  5. Onderzoeksfase

    De kinderen krijgen een blad en stift om te noteren wat ze getest hebben.
    Ze tekenen zelf wat ze uittesten en duiden hierbij aan of het werkt of niet.
    De kinderen kiezen zelf met welk materiaal/lichaamsdeel ze starten en 
    onderzoeken op die manier wat het beste werkt. 
    - Wat heb je al geprobeerd? En wat gebeurde er?
    - Hoe denk je dat dit komt?
    - Heb je dit materiaal al geprobeerd?
    - Wat denk je dat er zal gebeuren? Waarom?
    - Wat zou je kunnen doen om ervoor te zorgen dat de afdruk beter zichtbaar is/om ervoor te zorgen dat je meer details krijgt van je afdruk?
    - Je hebt nu het lepeltje in het zand geduwd, mocht je het laten vallen, zie je dan ook de afdruk zo goed? Hoe komt dat?

    Komen de kinderen zelf nog op ideeën voor materiaal?

  6. Bekijken van de resultaten

    Bij het testen kijken we wat werkt en wat niet. Dit proberen we te noteren op een papier. Op het einde kunnen we een besluit trekken: wat werkt, wat het beste is, wat helemaal niet werkt, ... De kinderen kunnen vertellen hoe ze te werk zijn gegaan, wat ze gebruikt hebben, welke originele ideeën er naar voren kwamen, …

Kleuterinitiatief
Dit is een mooi voorbeeld van een activiteit waarin kleuterinitiatief aan bod komt. Lia stelde zichzelf namelijk de vraag of je overal afdrukken kunt maken, en hier werd een onderzoek op gebouwd. Dit zorgde voor grote betrokkenheid bij de kinderen, omdat we echt Lia's vraag gingen onderzoeken. Het kind in kwestie voelt zich hierbij erg trots en andere kinderen worden in de vraag meegezogen doordat ze Lia's vraag willen beantwoorden.

Ouderparticipatie
Bij deze activiteit kun je gerust ook de ouders laten participeren. Hierbij enkele voorbeelden:

- Vraag de ouders om elk een verschillend materiaal/bodemsoort mee te brengen i.f.v. ons onderzoek
- Laat een ouder een verhaal vertellen over 'Op zoek naar de persoon achter de voetsporen'
- Is een ouder boswachter van beroep, vraag hem/haar dan om samen met de kleuters op zoek te gaan naar voetsporen/voetafdrukken/pootafdrukken in het bos

Kunnen we geluid zien/voelen?

Jonathan is gefascineerd door plakband. Hij ziet de verschillende soorten plakband op de tafel liggen en knipt een stukje ducktape af. Hij draait dit in zijn handen, kleeft het op zijn armen, en speelt ermee tussen zijn vingers. Daarna kleeft Jonathan het stukje tape op zijn mond. Ik vraag: "Hé Jonathan wat ben je aan het doen?". Jonathan probeert te antwoorden met het stukje tape nog steeds op zijn mond gekleefd. Plots kijkt hij verwonderd en legt zijn hand op de ducktape. Hij trekt het stukje tape af zijn mond en zegt: "Hé juf, als ik praat, dan trilt mijn plakband!"

Jonathan ervoer de trillingen die zijn stem voortbracht op het stukje tape. Dit zorgde dan ook voor enthousiaste reacties van de andere kinderen. Deze wouden weten of dat effectief wel klopte en begonnen ook allen een stukje tape op hun mond te kleven. Ik stelde de kinderen dan ook onmiddellijk de vraag: "Kun je muziek voelen?". De kinderen zeiden, na het voelen van de trillingen, volmondig ja. Vervolgens vroeg ik of we dit ook op andere manieren kunnen bewijzen en of we misschien ook muziek/geluid konden zien. Het onderzoek werd gestart. We brainstormden, noteerden, testten uit en reflecteerden

In deze post bekijken we het onderzoek "Kun je geluid zien/voelen?"

Benodigdheden:

  • Ballonnen
  • Geluidsboxen
  • Linialen
  • Rijstkorrels 
  • Zand
  • Stenen
  • Trommelinstrumenten
  • Blikken
  • Radio
  • Verschillende muzieksoorten (zachte/harde)
  • Kammen
  • Aluminiumfolie
  • Plastiekfolie
  • Vershoudfolie 
  • Plastiek zakjes
  • Papier
  • Holle takken
  • Buizen
  • Touwen
  • Elastieken
  • Papier
  • Stiften
  • Tape
  • Materialen uit de omgeving, die de kinderen zelf vragen
Verloop:

Je kan eens op voorhand brainstormen met de kleuters over deze activiteit.
Je stelt vragen om te achterhalen hoeveel de kleuters al weten over dit onderwerp.
Vervolgens stel je een vraag die betrekking heeft tot je onderzoek (bv. Hoe kunnen we aantonen dat we muziek kunnen zien/voelen?)

  1. Een aanzet voor deze activiteit

  2. Kort functioneel waarnemen:

    Welk materiaal is er allemaal beschikbaar? Wat is het? Waarvoor zou je het kunnen gebruiken?
    Laat de kleuters zelf denken en ontdekken. Misschien vinden de kinderen nog ander materiaal in de omgeving die we kunnen gebruiken.

  3. Nadenken over het onderzoek + Probleemstelling:

    We gaan samen nadenken over hoe we kunnen bewijzen dat je geluid kan zien en voelen. De kinderen eerst aan het woord laten en luisteren naar hun ideeën. Dit werd ook tijdens de brainstorm deels gedaan, maar na het zien van de materialen, kan het gebeuren dat er nieuwe ideeën ontstaan zijn bij de kinderen.

    Hoe zouden we kunnen tonen dat je geluid kan zien/voelen?
    Wat kunnen we hiervoor maken?
    Hoeveel zouden we moeten gebruiken (bv. rijst)?
    Wat zullen we daarvoor nodig hebben?
    Hoe weten we wat we al gebruikt/ getest hebben?

  4. Onderzoeken:

    De kinderen krijgen een blad en stift om te noteren wat ze getest hebben. Ze tekenen zelf wat ze uittesten en duiden hierbij aan of het werkt of niet.
    De kinderen kiezen zelf met welk materiaal ze starten bv. de ballonnen om aan te tonen of we muziek kunnen zien/voelen. De kinderen mogen allemaal eens hetzelfde uittesten. Hierdoor kunnen ze allen ervaren of iets werkt of niet. 

    De kinderen onderzoeken wat het beste werkt.
    Wat heb je al geprobeerd? En wat gebeurde er?
    Hoe denk je dat dit komt?
    Heb je dit materiaal al geprobeerd?
    Wat denk je dat er zal gebeuren? Waarom?
    Welke muzieksoorten doen het heel goed? Welke minder?
    Springt de rijst ook omhoog als we naast onze schaal zingen?

    Tip:
    Test ook thuis al eens uit wat er zoal werkt. Zorg ervoor dat je voldoende onderzoeken verricht hebt zodat je zowel werkende als niet werkende manieren kent om te bewijzen dat we muziek al dan niet kunnen zien/voelen. Indien de kinderen zelf op geen ideeën meer komen, kun je ze soms wel wat richting geven (niet door het antwoord te geven, maar) door hen richting een materiaal te sturen. (bv. Heb je dit materiaal al gebruikt?)

    Bij oudere kleuters kan je de kinderen aanmoedigen om te noteren.
    Laat hen de materialen tekenen, en ook wat ze deden. Daarnaast kunnen kinderen aanduiden of dit werkte of niet. Zo krijgen we een duidelijk overzicht van wat werkt en wat niet.
    bij de jongere kleuters kan je dit zelf doen.

  5. Terugblikken en toonmoment (en opruimen):

    Samen met de kleuters kan je kijken wat er nu goed werkte en wat niet.
    Op het einde kunnen we een besluit trekken: wat werkt, wat het beste is, wat helemaal niet werkt. De kinderen kunnen vertellen hoe ze te werk zijn gegaan, wat ze gebruikt hebben, welke originele ideeën er naar voren kwamen, …

    BRONNEN
    http://www.estherbarten.nl/lyrics/muziekhorenzienenvoelen.html 

STEM aanpak tijdens het klasgebeuren

 

Is het mogelijk om aan STEM te werken doorheen het hele klasgebeuren? Uiteraard! We kregen hiervan mooie voorbeelden bij onze bachelorproefstage op basisschool 'De Speurneus'. Hier kregen we de kans om mee te draaien in de klas van Juf Marijke (2de-3de kleuterklas) om op die manier te proeven van een klasgebeuren waar allom STEM aanwezig is.

STEM gaat voor ons hand in hand met een onderzoekende houding. Dit is heel belangrijk binnen de kleuterklas. Waar je bij een oudere leeftijd, de verschillende componenten zoveel mogelijk samen aan bod laat komen, is dit naar onze mening in de kleuterklas niet altijd het geval. Je kan al volwaardig aan STEM werken met één of twee componenten. (Indien je hier meer over wilt lezen, kun je dit bij onze visie terugvinden.)

Wat is erg belangrijk bij het werken rond STEM:

- Naar de kinderen luisteren en hierop inspelen
- Vragen stellen en doorvragen (open vragen: waarom, hoe, wat, wat gebeurt er, hoe komt dit, ...)
- Problemen door de kinderen laten oplossen
- Laat kinderen zelf nadenken en antwoorden zoeken en houd de oplossingen voor jezelf

Voorbeelden van onverwachte momenten rond STEM:

- De dop van een lijmstift is kapot - Hoe kan je ervoor zorgen dat de lijmstift niet uitdroogt? - Kinderen zoeken zelf naar antwoorden  en komen waarschijnlijk tot het maken van de oude of nieuwe dop - De dop moet kunnen voldoen aan verschillende criteria (bv. de dop moet stevig zijn, je moet hem op en af de lijmstift kunnen doen zonder te breken, de dop moet ook goed vast zitten zodat de lijm niet uitdroogt, ...)

- In de vakantie komt de opvang in de klas - De juf kreeg een mooie poster om samen met de kinderen te gebruiken - Er moet een goede verstopplaats gevonden worden in de klas (niet in de kasten, want daar komt de opvang ook) - Waar zouden we de poster kunnen verstoppen? - We moeten ervoor zorgen dat de poster stevig op zijn plaats blijft zitten en niet zichtbaar is - De kleuters vonden hier zelf de oplossing om de poster tussen de balken aan de onderkant van de tafel te knellen en deze vervolgens een beetje vast te kleven met plakband nadat de poster enige malen naar beneden was gevallen

- Een bol wol raakt in de knoop bij het gebruik ervan - Slagen de kleuters erin om een systeem te maken waardoor de wol niet meer in de knoop geraakt bij gebruik ervan en dat gemakkelijk te hanteren is?

- De bak van de brooddozen is stuk, nu moeten deze allemaal op de kast geplaatst worden - Hoe kunnen we de brooddozen nu allemaal op dat kleine vlak van de kast stapelen? - De kleuters kunnen zelf kiezen hoe ze de brooddozentoren maken of kunnen a.d.h.v. enkele criteria een toren bouwen (bv. de onderkant moet breder zijn dan de bovenkant, de bovenkant moet breder zijn dan de onderkant, alle boterhamdozen moeten gebruikt worden, er moeten 3 dozen in de lengte staan, ...)

-  De juf heeft speciale ballonnen mee gebracht naar school - Hé, die ballon hangt aan een wasmand vast en blijft in de lucht - Wat is er anders aan deze heliumballonnen in vergelijking met de ballonnen die we zelf opblazen/oppompen? - De kleuters onderzoeken wat er gebeurt als we een ballon met lucht loslaten (zonder knoop, met knoop), misschien moet er wat helium uit de ballon, misschien is de lucht van een pomp toch anders dan die van onze mond, ... - Laat de kindjes zelf hun onderzoek voeren en stel vragen

Deze voorbeelden tonen aan dat STEM overal aanwezig is, zelf in de kleinste dingen.
Daarnaast maakt het duidelijk dat het mogelijk is om overal met en rond STEM aan de slag te gaan.

dinsdag 27 maart 2018

Brandstof maken voor onze raket

Milou heeft een raket mee naar de klas! Deze heeft ze gekregen van haar grootouders. Het is een erg mooie raket, maar hij kan niet meer de lucht in geschoten worden.
Toen ze hem gekregen heeft, zat er een 'speciaal drankje' en poeder bij.
Als ze dit in de raket goot, 
schoot hij de lucht in!

Meteen lokte dit reacties uit bij de kleuters in de klas, er waren heel veel ideeën om de raket terug in de lucht te schieten. Samen in de kring brainstormden we er over. "Een grote katapult", "Een lanceringsbaan", "Brandstof", .... We planden samen wie welk idee ging testen en wanneer we dit gingen doen. Er is namelijk tijd nodig om materiaal te verzamelen.

In deze post bekijken we het idee "Brandstof maken"

Een activiteit die je best buiten geeft

Benodigdheden:

  • Filmkokers of andere kleine potjes met een deksel (geen draaideksel)
  • Verschillende vloeistoffen
    - Water
    - Bruiswater 
    - Warm water? Koud water?
    - Azijn
    - Citroensap
    - Cola
    - Vloeibare zeep
    - .... 
  • Maatbekers 
  • Lepels en pipetten 
  • Schaaltjes of borden 
  • Bakpoeder
  • Mentos
  • Bloem
  • Bruistabletten 
  • Een emmer met water om de potjes in te wassen
  • Een lege emmer om de mislukte brandstof in te dumpen 
  • Schorten en veiligheidsbrillen
  • ... 
Verloop:

Je kan eens op voorhand brainstormen met de kleuters over deze activiteit, misschien hebben zij nog ideeën voor het materiaal? 

  1. Een aanzet voor deze activiteit

  2. Probleemstelling:

    We willen een brandstof maken voor de raket, maar hoe doen we dit?
    Dit kan een moeilijke vraag zijn voor de kleuters, het kan helpen om al eens te kijken naar het materiaal.

    Aan welke eisen moet de brandstof voldoen?
    - Snel werken
    - De raket hoog in de lucht laten gaan
    - Herbruikbare brandstof werd ook voorgesteld
    - ....

  3. Kort functioneel waarnemen:

    Welk materiaal is er allemaal beschikbaar? Wat is het? Waarvoor zou je het kunnen gebruiken?
    Laat de kleuters zelf denken en ontdekken.
    Je kan afspraken maken bijvoorbeeld over overtollig gebruik: we gaan zuinig zijn met het materiaal.

    Tip:
    Het is handig datje de vloeistoffen op voorhand in kleine flesjes of maatbekers giet. Het is soms moeilijk om een grote fles te hanteren.

  4. Onderzoeken:

    De kleuters krijgen elk een filmrolletje als raket. Zo meteen mogen ze in het potje één vloeistof nemen en er iets bij mengen: poeder, een andere vloeistof, ... Dan moeten ze SNEL het potje dicht doen (Hierop kan je al eens oefenen voor er iets in zit. Lukt het de kinderen om het potje goed dicht te doen?), schudden en het omgekeerd (met het deksel naar beneden) op het bord zetten. We gaan naar achteren. Gebeurt er iets? Als er niets gebeurt, kunnen ze het mengsel weggieten in de lege emmer.

    Tip:
    Test dit thuis al eens uit zodat je weet wat er zal werken en wat niet. Mocht het niet lukken, dan kun je de kleuters toch een beetje helpen zodat de kleuters toch een succeservaring beleven.
    Bijvoorbeeld: zelf een potje nemen - zonder dat de kleuters zien wat je gebruikt doe je azijn en bakboeder in je doosje, deksel er op, schudden en omgekeerd op het bord zetten. POEF, het gaat de lucht in. De kleuters zullen enthousiast zijn en vragen wat je gebruikt hebt. Jammer genoeg weet je het niet meer. Je had het moeten opschrijven...

    Bij oudere kleuters kan je de kinderen aanmoedigen om te noteren, net zoals een echte professor.
    Bij de eerste poging: wat gebruik je eerst? Laat het hen tekenen. Wat ga je er bij doen? Wat is het resultaat? Zo hebben we een duidelijk overzicht van wat werkt en wat niet.
    bij de jongere kleuters kan je dit zelf doen.


  5. Terugblikken en toonmoment (en opruimen):
    Samen met de kleuters kan je kijken wat er nu goed werkte en wat niet.
    Voldoet het aan de eisen? Wat deed je eerst? Wat ging er moeilijk? Hoe veranderde je je brandstof? Hoe vond je deze activiteit? .... Het resultaat kan getoond worden aan de klas.




BRONNEN